Deze laatste periode kijk ik veel naar binnen.
Met name naar de onzekerheden die er in mij leven. Graag wil ik geweldig zijn, dingen kunnen die anderen niet kunnen en nergens bang voor zijn. Voor alles een oplossing hebben en altijd warm, liefdevol en emphatisch zijn. Maar ja… zo ís het niet. Ik ben soms bang, boos of verdrietig. En vaak genoeg doe ik dingen anders dan ik het graag zie.
De vraag is: kan ik accepteren dat ik, naast de kracht en kwaliteiten die ik ook heb, soms bang of feilbaar ben?
Op dit moment kan ik daar nog niet altijd volmondig ja op zeggen. Mijn oude programmering ‘je moet perfect zijn’ laat zijn stem nog horen.
Gelukkig geeft dat niet. De volgende vraag die ik mezelf kan stellen is namelijk: Kan ik accepteren dat ik mezelf nog niet helemaal kan aanvaarden zoals ik ben?
Volgens mij ligt daarin de weg. Het start met accepteren van wie en waar we zijn op dit moment. Elke keer weer ervaar ik hoe belangrijk het is om met begrip, liefde en aanvaarding te kijken. Omdat er dan ontspanning komt. En ruimte om nieuwe stappen te zetten en van het leven te genieten, mét je imperfecties.
OK. Nu naar jou.
Als je wilt, kijk dan nu eens bij jezelf naar binnen.
Aan welk beeld van jezelf moet jij voldoen?
Welke eigenschappen mag je beslist niet hebben en al helemaal niet laten zien?
Neem even de tijd hiervoor.
Heb je een paar eisen ontdekt die je jezelf stelt (of misschien wel een hele hoop)?
Ik weet niet hoe het bij jou is, maar ík heb nog nooit een perfect mens ontmoet.
Allemaal hebben we wel iets dat niet de resultaten geeft die we graag zouden willen, of voor mensen om ons heen niet helemaal lekker aanvoelt.
We hebben allemaal eigenschappen geërfd van onze ouders. Misschien ben je blij met je mooie blauwe ogen, maar niet met je grote gevoeligheid. Maar moet je jezelf die gevoeligheid dan kwalijk nemen?
En verder: weet dat we veel patronen en gedragingen hebben ontwikkeld als reactie op wat we hebben meegemaakt. Destijds konden we in de situatie waarin we waren niet anders dan bijvoorbeeld wantrouwig of boos te zijn, ons gevoel uitschakelen of vervormen, bang zijn, of wat dan ook.
Misschien vind je dat nu geen goede oplossing meer. Dat is mooi. Op dit moment kun je verder kijken dan toen en nieuwe keuzes maken.
Maar is dat een reden om jezelf de manier kwalijk te nemen waarmee jij je toen staande hebt leren houden?
Probeer met mildheid naar jezelf te kijken: zo zit jij dus nu in elkaar. Mag dat?
Want weet je, jezelf veroordelen is ook maar een patroon. Een maniertje dat we onszelf hebben aangeleerd.
Je mag dat maniertje hebben.
En je mag er ook telkens weer naar kijken: wil ik mezelf zo veroordelen of vraag ik mezelf: zo zit ik nu in elkaar, mag dat?